door C.A. Sharp
herzien Februri 2015
Oogonderzoeken worden bij alle hondenrassen gedaan om te kijken of er erfelijke afwijkingen zijn. Aussie pups moeten uiterlijk 8 weken worden onderzocht. Honden zouden jaarlijks tot hun 10e levensjaar getest moeten worden.De meest voorkomende oog ziektes in het ras zijn, cataract, distichiasis, persistent pupil membraan, iris coloboma, Proggressieve Rod Cone Degeneratie ( PRCD), een vorm van progressieve retina atrofie, (PRA), Collie Eye Anomaly ( CEA) . Canine Multifocal Retinopathy ( CMR ) en glaucoom komen voor maar zijn sporadisch. Merle Ocular dysgenesis komt voor, maar omdat we weten dat dit het resultaat is van een Merle x Merle kruising de oorzaak is, is het probleem duidelijk en gemakkelijk te voorkomen.
Jonge Aussies ( onder 8 weken oud enbij voorkeurmet 6weken) moeten gescreend worden voor congenitale defecten gerelateerd aan CEA, iris coloboma en PPM. Het is van groot belang dat alle Aussie pups een vroege test krijgen omdat wanneer het pigment achter in het oog zich ontwikkeld de CEA aandoening niet meer zichtbaar is voor de oogspecialist. Deze honden worden “gemaskeerd lijder”genoemd. Dit kan gebeuren op een leeftijd van 6-7 weken.
Daarna wordt aanbevolen jaarlijks de honden te laten controleren:
Cataract—De meest voorkomende oogaandoening bij Aussies. Erfelijke vormen zijn posterior (achterkant van de lens) en bilateraal ( beide ogen) maar hoeven niet op dezelfde tijd voor te komen. De aandoening kan blindheid veroorzaken. Normaal wordt het bij Aussies gediagnosticeerd tussen de twee en vijf jaar oud, maar soms komt het eerder of later voor, zelfs op gevorderde leeftijd. Er zijn meerdere types erfelijke cataract bij Aussies.De meest voorkomende vorm gaat samen met een dominante mutatie van een gen, genaamd HSF4. Er is een DNA test beschikbaar voor deze mutatie. De manier van vererven van andere vormen is op dit moment niet bekent.
Persistent Pupil membraan ( PPM)—Het pupillaire membraan is een vlies welke de pupil bedekt voor de geboorte. Wanneer een gedeelte hiervan niet weggaat noemen we dat PPM. Soms zien we PPM bij jonge pups, maar het is meestal weg na een paar weken of maanden. Soms blijft het zitten. De meeste PPM’s zitten alleen aan de iris vast. Sommige PPM’s vormen vellen van vlies, of hebben een einde vast aan de lens of hoornvlies. De iris-naar-iris vorm worden geaccepteerd bij de ACVO (US)maar de variant waar de bevestiging aan de lens en hoornvlies zit niet, omdat zij geassocieerd worden met ondoorschijnendheid van deze vliezen welke blindheid kunnen veroorzaken. Met een hond met iris vliezen, iris-aan-lens of iris- naar hoornvlies PPM zou niet gefokt moeten worden.
Distichiasis—een of meerdere abnormale wimpers welke naar het oog toe groeien in plaats van vanaf het oog . Vaak geven deze haren geen problemen, maar soms schuren ze pijnlijk op het hoornvlies en moeten ze operatief verwijderd worden. De mate van erfelijkheid is niet bekent.
Iris Coloboma—-Een gedeelte van de iris die niet goed ontwikkeld is. Bijna alle lijders zijn Merle. Een grote coloboma verhindert het correct groter en kleiner worden van de iris met als resultaat ongemak en moeilijkheden in fel licht. De aandoening is congenitaal ( aanwezig bij de geboorte). De mate van erfelijkheid is niet bekent.
Progressive Rod Cone Degeneratie ( PRCD) –De meest voorkomende vorm van progressieve retina atrofie ( PRA) bij collies Retina beschadigingen ontwikkelen zich totdat de hond blind is. Er is een DNA test beschikbaar. Deze aandoening kan verkeerd gediagnosticeerd worden als een andere aandoening en bepaalde types van traumatische retina beschadigingen kunnen verkeerd gezien worden als een vorm van PRA. Wanneer je een hond hebt met de diagnose van elke vorm van PRA, is het verstandig om het te verifiëren met een DNA test. Notitie: Andere types van PRA komen soms voor bij Aussies en de PRCD test kan ze niet identificeren.
Collie Eye Anomaly—-Een complex van congenitale defecten, incomplete ontwikkeling van het oog, inclusief chorion hypoplasia, ook wel chorioretinaal dysplasie genoemd – een verdunning van het vaatweefsel in het oog), optisch disc coloboma/staphloma—incomplete ontwikkeling van de oogzenuw waar het het oog binnen komt, en retina dysplasie of loslating – secties van het netvlies, het visuele ontvang vlies, welke niet goed vastzit aan de wand van het oog. Sommige honden hebben er weinig last van, maar degenen met een grote coloboma of retinale loslating worden blind. De aandoening is bilateraal ( beide ogen) maar afwijkingen kunnen variëren van het ene oog naar het andere. De aandoening is recessief, als een hond het heeft, dragen beide ouders het. Er is een DNA test mogelijk voor deze aandoening. Een misdiagnose van CEA is mogelijk. Als je reden hebt om te twijfelen aan de CEA uitslag, doe dan de DNA test om te verifiëren. Honden moeten als jonge pup ( onder de 8 weken) geëxamineerd worden om alle geaffecteerde individuen te kunnen identificeren.
Canine Multifocal Retinopathy ( CMR )—Blaarvorming op de retina welke gezien kunnen worden op een leeftijd van 4 maanden. Het kan zich langzaam ontwikkelen of verdwijnen. Diagnose bij een ogentest kan moeilijk zijn. CMR kan omschreven worden als retina dysplasie of retinale vouwen, beide komen voor in Aussies. In een enkel geval kan de aandoening het zicht belemmeren; als dit gebeurt zou er niet met de hond gefokt moeten worden. Alhoewel, de meeste gevallen worden genoteerd als “fokker optie”in de Amerikaanse uitslagen, maar kunnen een diskwalificerende factor zijn in sommige landen. Er is een DNA test beschikbaar. Er kan met honden met CMR en normaal zicht gefokt worden, maar alleen met een partner welke een uitslag vrij heeft. Eigenaren van Aussies die de diagnose van retina dysplasie of retinale vouwen heeft, moeten erover denken hun honden DNA te testen op CMR
Glaucoma —Een opgebouwde druk in het oog door een teveel aan vloeistof. De druk op de oogzenuw kan blindheid veroorzaken. De aandoening is pijnlijk wanneer er niet behandeld word. Het komt niet vaak voor in Aussies, en is niet duidelijk aangetoond als erfelijk ( het kan een secundaire aandoening zijn van andere aandoeningen, inclusief continue steroïde gebruik) Dat gezegd hebbende is het onverstandig te fokken met lijdende dieren.
Vertaalt door Anneke de Jong