KNOWLEDGE IS POWER: JOIN OUR NEWSLETTER TODAY!

Australian Shepherd Health & Genetics Institute

Australian Shepherd Health & Genetics Institute

Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content

Iris Coloboma & Iris Hypoplasia

Iris Coloboma (de lijn rechts)
Iris Coloboma (de lijn rechts)

Mei 2013

 

Iris coloboma (IC) vindt plaats wanneer een deel van de iris niet ontwikkelt. Coloboma´s kunnen kleine puntjes aan de binnenste rand van de iris zijn, de vorm van taartpuntjes hebben, of gigantische gaten zijn – soms zelfs zo groot dat het lijkt alsof de hond helemaal geen iris heeft. Deze afwijking is bij de geboorte aanwezig en in de meeste gevallen is het effect op het zicht van de hond minimaal. Daarentegen kan een grote coloboma ervoor zorgen dat de hond met de ogen knijpt in helder licht omdat de iris niet in staat is voldoende samen te trekken om de hoeveelheid invallend licht in het oog te verminderen. Dit kan licht ongemak opleveren en tijdelijk het zicht van de hond beperken, wat de prestaties of het werk van de hond kan beïnvloeden.

Iris coloboma’s worden normaal gesproken ontdekt tijdens een oog onderzoek, maar sommige kunnen ook opgemerkt worden door de reguliere dierenarts of de eigenaar zelf. Als de hond bij een veterinaire oogarts komt moeten de ogen worden onderzocht vóór het druppelen om de pupillen te laten verwijden. Sommige kleine coloboma’s zijn niet zichtbaar als de pupil verwijd is en kunnen daardoor gemist worden. De ACVO (American College of Veterinary Ophthalmologists) raadt aan dat Australian Shepherds onderzocht moeten worden voor het verwijden van de pupil.

De wijze van overerving is onbekend. Bijna alle iris coloboma’s in Aussies worden gezien in merles, maar nu en dan worden ze ook geconstateerd in niet-merles. De reden voor de hoge frequentie in merles is onbekend. Het is erg goed mogelijk dat niet-merles met gewone irissen wel de genen dragen. Getroffen dieren moeten niet ingezet worden voor de fok. Normale honden die wel IC produceren zouden alleen gekruist moeten worden met honden die geen of bijna geen familieleden of voorouders hebben met IC.

Sommige honden worden gediagnosticeerd met iris hypoplasia. Dit is een verdunning van het iris weefsel. Of het een mildere uitdrukking van hetzelfde proces is wat IC veroorzaakt, is niet bekend. Het beïnvloedt het zicht niet, maar moet gezien worden als een fout voor fokkerij doeleinden. Honden met iris hypoplasia mogen ingezet worden voor de fok, maar zouden alleen gekruist moeten worden met honden die de afwijking niet zelf hebben en, voor de zekerheid, die ook geen recente familie geschiedenis hebben van IC.

Vertaald door N. Hoorneman